Het is de zomer van 2020. Ik heb een weekje vakantie en ik ben moe. Zo moe. Het enige wat ik kan is slapen. Ik slaap 10 uur per nacht en op momenten dat ik even een boekje aan het lezen ben, val ik binnen 10 minuten weer in slaap.
Aan het einde van de week gaat het mis. Ik kan alleen nog maar huilen. De vakantie heeft me niet veel goeds gedaan, ik ben op. Mijn energie is gedaald tot onder het nulpunt.
Ik besluit mijn telefoon te pakken en bel mijn manager. Ik kan niet werken vandaag. Bij de eerste zin barst ik in tranen uit. Zo kan ik geen gesprekken voeren.
Ik meld mijzelf ziek. Dat is wel een dingetje. Ik meld mij nooit ziek, dat voelt als opgeven.
Diep van binnen weet ik eigenlijk wel wat er aan de hand is. Ik heb het helemaal niet naar mijn zin op mijn werk. Dit is niet wat ik wil. Ik voel mij niet thuis in deze omgeving.
Er moet iets gebeuren, denk ik. Er moet echt iets anders. Ik heb wel een droom, maar durf er niet in te geloven. Ik sta mijzelf in de weg. Ik ben mijn eigen grote saboteur.
Wat ik echt wil is voor mijzelf beginnen en me echt gaan richten op coaching. Ik ben onzeker, ik twijfel. Dit kan ik niet. De spanning verlamt mij. Het gaat me toch nooit lukken.
Als ik er nu op terug kijk was deze onzekerheid onbewust heel fijn om aan vast te houden. Het was veilig, comfortabel. Ik zat heerlijk in mijn comfort zone.
Zo ook mijn angst om te falen. Ik was bang dat het allemaal toch niet zou lukken. Die angst zorgde er voor dat ik niet in actie hoefde te komen. Wie niet start, kan ook niet falen toch? En zo bleef ik zitten waar ik zat.
Per toeval kwam ik in contact met een coach. Hij prikte dwars door mij heen, drukte mij met mijn neus op de feiten en hield de spreekwoordelijke spiegel recht voor mijn gezicht. Er was geen ontwijken aan.
Het was enorm confronterend om te horen dat ik mijzelf zó aan het saboteren was. Maar wat had ik die liefdevolle spiegel nodig.
Naast dat hij mij een spiegel voorhield, sprak hij ook zijn volledige vertrouwen in mij uit. Hij zag, net als vele anderen, zoveel potentie in mij.
Oh but darling, what if you fly?
Yeah right, natuurlijk. Ik geloofde hem niet echt op dat moment.
Ondertussen ging ik door met wat ik deed. Na een paar weekjes rustig aan doen, was ik weer volledig aan het werk.
Uiteindelijk ging dit 1,5 jaar zo door, voordat ik het eindelijk durfde om mijn ontslag in te dienen. Dat is nu een jaar geleden.
Als ik nu naar mijzelf kijk, dan zie ik zo’n verschil met een aantal jaar terug. Ik heb zelfvertrouwen (oké, soms ook even niet), ik durf dingen te doen buiten mijn comfort zone (wie had ooit gedacht dat ik een podcast zou gaan hosten?) en bovenal zit ik niet meer zo in zak en as als er iets een keertje niet helemaal lukt.
I’m flying! 🪁
Ze hadden gelijk. Nu zie ik het.
Ook jij zit vol potentie!
Misschien benut je alleen nog niet alles en saboteer jij de boel ook een beetje.
Je bent echt niet de enige.
Hoe zit jij jezelf in de weg?